De plantenwereld is voor de mens altijd al een bron van voedsel en van geneeskracht geweest.
De eerste geschreven bronnen over planten stammen uit de oudheid, maar het is onmiskenbaar vanaf de prehistorie dat mensen er gebruik van maken.
In de middeleeuwen telen monniken inlandse planten in heelkruidentuinen. Geneesmiddelen van plantaardige oorsprong heetten toen heelkruiden.
In de renaissance breidt de plantenkennis zich uit en worden de eerste artsenijbereiders actief, zij zijn de voorlopers van de apothekers.
Pas vanaf de 19de eeuw isoleren scheikundigen de actieve moleculen van planten en komt de industriële productie van geneesmiddelen op gang.
Met de steun van het NCGW ging het Erasmushuis in Anderlecht in op de projectoproep “Kunst en geschiedenis voor jongeren” - gelanceerd door het Fonds Irène Heidebroek-Eliane van Duyse, beheerd door de Koning Boudewijnstichting – en diende dit project in dat jonge leerlingen inzicht wil verschaffen in geneeskrachtige planten gebruikt in de tijd van Karel de Grote tot in de eeuw van Erasmus.